
Met trots, maken wij ons nieuwe logo bekend !

voor behoud van het melkbusschieten
In Kampen is het een traditie waar veel inwoners al jarenlang plezier van hebben maar voor andere inwoners van de Overijsselse plaats is het juist een bron van ergernis.
Genoeg ophef voor burgemeester Bort Koelewijn om in te grijpen. Om iedereen tegemoet te komen stelt de gemeente aparte locaties in waar de carbidschieters hun gang kunnen gaan zodat het niet meer in de straat gebeurd.
Een aantal carbidschieters is het niets eens met die beslissing en pleit nu met een petitie voor meer plekken waar ze met carbid mogen knallen. Eerst mocht overal in de gemeente met de melkbus worden geschoten. Nu zijn er 33 locaties aangewezen. Dat zijn er echt veel te weinig vinden de schutters. En het aantal locaties is niet het enige punt van de schieters, volgens hen wordt het straks ook veel te druk op de aangewezen plekken waardoor het gevaar op ongelukken alleen maar meer wordt.
De gemeenteraad van Kampen bespreekt de zaak donderdagavond in de gemeenteraad.
Politiechef Johan Ekkel en historicus Jonn van Zuthem zijn de archieven ingedoken voor een boek over Oudejaarsvieringen in Kampen dat binnenkort verschijnt. Daarin scheiden ze feiten en fictie als het gaat om de ‘tradities’ van het melkbusschieten en de vreugdevuren. De vele incidenten in de loop der jaren worden in hun context geplaatst, eindigend bij het hier en nu en de toekomst. Ekkel en Van Zuthem geven de Bruglezer alvast een voorproefje met een voorpublicatie van vier afleveringen.
We pakken de draad weer op waar we aflevering 2 waren geëindigd: de jaarwisseling van 1960 naar 1961. Een van de beruchtste uit de geschiedenis met charges van de politie en zelfs een incident waarbij door een Kampenaar een dolkmes werd gegooid, aldus een verslaggever. Grasduinend door de archieven gaan Van Zuthem en Ekkel door naar ‘de grenzeloze jaren zeventig’.
Maar eerst nog even de overgang van 1960 naar 1961: In de binnenstad was het na half één rustig geweest. In de Colijn de Nolestraat op Zuid was een groot aantal kerstbomen verbrand. “Na afloop werd alles opgeruimd en op de morgen van de nieuwjaarsdag heeft de jeugd zelfs het trottoir schoon geschrobd.”
Na uitvoerig onderzoek had de politie al voor de jaarwisseling in Brunnepe een grote partij gestolen melkbussen en deksels in beslag genomen. De jongelui die deze spullen hadden ontvreemd, bleken daarin gesteund te worden door ouderen. De Brunneper bevolking leek zich tijdens de Oudejaarsnacht steeds meer als gehele wijk tegen de politie te keren.
Op 28 december 1961 plaatste het Kamper Nieuwsblad een bericht met de kop ‘Ernstige waarschuwing van Commissaris van Politie (CvP): Traditie wordt steeds meer straatschenderij’. Het stuk is te mooi om te parafrasen:
“De commissaris wil allereerst naar voren brengen dat de politie en ook hij persoonlijk zeker oog heeft voor de traditie, zoals deze ook in de jaarwisseling tot uiting komt. Maar niet toegestaan kan worden dat één en ander ontaardt in ergerlijke straatschenderij met vernielingen, dat niets meer met de traditie van oudejaarsavond te maken heeft.”
De politie, zo meent de C.v.P., is er niet voor niets en heeft de opdracht de openbare orde te handhaven, opdat ook de burgerij vreedzaam op de oudejaarsavond langs ’s Heren wegen kan gaan. Men wil ook van de zijde van de politie met de burgerij een goede oudejaarsavond vieren, maar als er inwoners zijn die daaraan niet wensen mede te werken en de orde gaan verstoren en vernielingen gaan aanrichten, dan moet de politie ingrijpen. En is men niet voor rede vatbaar, gaat het niet goedschiks, dan moet het maar kwaadschiks. De commissaris stelt met nadruk dat de politie de baas is op straat en de baas zal blijven.’
Een schreeuwend schandaal
De commissaris deed ook een nadrukkelijk beroep op de ouders. ‘Er kan veel voorkomen worden als de ouders zich bewust zijn van hun taak en niet, zoals gebeurt, het ook nog mooi gaan vinden.’ Hij noemde het ‘een schreeuwend schandaal’ dat in de oudejaarsnacht kinderen van tien tot veertien jaar na middernacht op straat zwierven. Ten slotte deed de commissaris een nadrukkelijk oproep aan omstanders om zich afzijdig te houden.
Juist dat op sensatiebeluste publiek vormde vaak een extra belemmerende factor in de gezagshandhaving. Tijdens de jaarwisseling van 1967/1968 trok het publiek om 01.00 uur in groten getale naar Brunnepe. Rond half twee kreeg op de Noordweg een zestienjarig meisje een deksel in het gezicht. Bewusteloos en met een ernstige kaakfractuur werd zij naar het ziekenhuis vervoerd. De ME voerde vervolgens verschillende charges uit, waarbij – ook uit dakramen! – met stenen en flessen naar de politie werd gegooid. Buurtbewoners zetten de deuren open, zodat de relschoppers een vluchtweg hadden. Rond vijf uur ’s ochtends was alles weer rustig.
De grenzeloze jaren zeventig
Vanaf eind jaren vijftig, zo hebben we in de vorige bijdrage kunnen lezen, werd er door de politie verschillende pogingen ondernomen het geweld en de vernielingen tijdens de oudejaarsnacht te stoppen. Alle oproepen en waarschuwingen ten spijt, in Kampen – en dan in het bijzonder Brunnepe – kon blijkbaar niet meer zonder de inzet van een enorme politiemacht Oud & Nieuw worden ‘gevierd’. Bestudeert men de stukken in het archief van de Gemeentepolitie Kampen over die jaren, dan komt onmiskenbaar het beeld naar voren van een ongekend groot dilemma.
‘gediplomeerde mislukkelingen’
Begin jaren zeventig werden allerlei sociale wetenschappers benaderd met de vraag hoe deze geweldspiraal te stoppen. Het was de tijd van de ‘maakbare samenleving’, maatschappelijke problemen zouden kunnen worden opgelost als de overheid er maar voldoende tijd en geld aan besteedde. Eind maart 1973 kwam er een commissie bijeen met als doel hoe een gedragsverandering bij de relschoppers te bewerkstelligen. Er zou, zo meenden de deskundigen, hoe dan ook iets voor de goedwillende jeugd moeten gebeuren. De commissaris van politie Klaassen en Dr. Pijnenburg van de Centrale Dienst voor de Geestelijke Volksgezondheid waren van mening dat bepaalde lieden – specifiek werd de ‘Villagroep’ genoemd – niet met alternatieven zouden zijn te vangen. Die groep (waarnaar de herkomst nog nader onderzoek moet worden verricht) zou altijd uit zijn op rellen. Dr. Pijnenburg typeerde de leden van deze Villagroep zelfs als ‘gediplomeerde mislukkelingen’.
orgineel bericht https://brugnieuws.nl/algemeen/column-de-balans-van-oud-en-nieuw-in-kampen
Politiechef Johan Ekkel en historicus Jonn van Zuthem zijn de archieven ingedoken voor een boek over Oudejaarsvieringen in Kampen dat binnenkort verschijnt. Daarin scheiden ze feiten en fictie als het gaat om de ‘tradities’ van het melkbusschieten en de vreugdevuren. De vele incidenten in de loop der jaren worden in hun context geplaatst, eindigend bij het hier en nu en de toekomst. Ekkel en Van Zuthem geven de Bruglezer alvast een voorproefje met een voorpublicatie van vier afleveringen.
Aflevering 2
De ontdekking van het carbid
De plattelandsjeugd ontdekte vanaf eind negentiende eeuw het schieten met carbid. Het explosieve goedje dat in 1888 was uitgevonden bleek uitstekend geschikt te zijn voor het produceren van luide knallen. Aanvankelijk gebeurde dat met kleine bussen of blikjes, later werd er met grotere voorwerpen geschoten. Door wie en waar er voor het eerst in Kampen (lees: Brunnepe) is geschoten met de inmiddels vermaarde melkbussen, is (nog) niet met zekerheid te zeggen. Voor antwoord op die vraag zal nog nader onderzoek moeten worden verricht. Zeker is wel dat het melkbusschieten geen Kamper uitvinding is geweest. De oorsprong ligt waarschijnlijk in Brabant, ook daar moet nog nader onderzoek naar worden verricht. In onze regio werd ook buiten Kampen met carbid geschoten. In een krantenbericht uit 1909 werd de bevolking van Rouveen gewaarschuwd voor de gevolgen: ”n Zeer gevaarlijk spelletje wordt tegenwoordig druk beoefend. In den bodem van een carbidbus maakt men ’n gat, legt rondom ervan vochtige carbid, sluit de bus dan stevig met het deksel en, terwijl één jongen de bus vasthoudt, steekt ’n ander het carbid aan. Een ontploffing volgt natuurlijk, de deksel vliegt met kracht weg en soms springt de bus uit elkaar. ’t Gevaarlijke van dit pretje is ieder duidelijk. Ouders, weest gewaarschuwd! Geeft de jeugd geen carbid of lucifer’.”
In de gemeente Kampen ligt de bakermat van het schieten met carbid onmiskenbaar in Brunnepe. Boerenjongens van met name de Sint Nicolaasdijk begonnen daar in het begin van de vorige eeuw in de aanloop van de Oudejaarsnacht met het knallen met busjes en bussen. Dit gebeurde aanvankelijk in het open veld, al snel verplaatsten zij zich op zoek naar een groter publiek richting de bebouwde kom. Daar werden zij vervolgens vaak staande gehouden door de politie, die niet zelden de bussen in beslag nam. Actie leidde het jaar erop tot reactie en vice versa en zo kwamen beide partijen op voorhand steeds scherper tegenover elkaar te staan. Reeds voor de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een ’traditie’ van al dan niet beschonken rel beluste Brunneper jeugd die tijdens Oud en Nieuw de confrontatie zocht met de politie, die op haar beurt koste wat het kost het gezag wilde handhaven.
De bezetting en de sobere jaren van de wederopbouw maakten een einde aan die reeks. Eind jaren vijftig, begin jaren zestig kwam echter weer een kentering. De Kamper politie had steeds meer moeite tijdens de Oudjaarsnacht de openbare orde te handhaven, om van de zo vaak bijpassende rust nog maar te zwijgen. Kampen en gewelddadige jaarwisselingen leken synoniemen te worden. Het archief van de Gemeentepolitie Kampen, dat is ondergebracht in het Stadsarchief Kampen, bevat meer dan voldoende bouwstenen om de gebeurtenissen en ontwikkelingen accuraat te kunnen beschrijven aldus Ekkel en Van Zuthem.
“De oudejaarsnacht schijnt naar publieke opinie de bevolking een soort vrijbrief te verschaffen tot het plegen van allerlei strafbare feiten, welke in omvang, verscheidenheid en ernst dusdanig toenemen, dat zij zo langzamerhand een bepaaldelijk excessief karakter zijn gaan aannemen”, aldus de Zwolse Officier van Justitie (OvJ) in een brief van begin mei 1957. “Het wil mij voorkomen, dat dergelijke uitspattingen op den duur niet geduld kunnen worden, en dat maatregelen beraamd dienen te worden daaraan, bij voorkeur langs preventieve weg, paal en perk te stellen.”
De OvJ verzocht de Kamper politiecommissaris Pel hem een overzicht van de gebeurtenissen van de afgelopen jaarwisselingen te sturen. Commissaris Pel schreef een uitgebreid verslag. Daarin kwam naar voren dat de opgeschoten jeugd ‘vooral uit de buurtschap Brunnepe (boerenbevolking)’ al voor de oorlog de confrontatie met de politie had gezocht door het afschieten van carbid bussen op de openbare weg. Dat het schieten niet alleen gevaar opleverde voor voorbijgangers, maar dat er ook veel ruiten door werden vernield. En om dat buitensporig gedrag te laten stoppen, de politie genoodzaakt was hardhandig op te treden.
Na de bevrijding was dit geweld niet teruggekeerd. “Eén van de redenen hiervan” , zo schreef Pel, “is mijns inziens gelegen in het feit, dat thans in de buurtschap Brunnepe niet meer uitsluitend een hechte boerengemeenschap woonachtig is, maar, door de vele nieuwbouw, ook vele bewoners afkomstig uit de stad.” Met andere woorden: de vestiging van nieuwe inwoners zou een positieve, de-escalerende invloed op de feeststemming hebben. Er was volgens Pel nog een andere reden en dat was het optreden van de politie zelf. “Werd voor 1945 rond het Nieuwjaar de politiesurveillance door agenten in uniform ter plaatse sterk opgevoerd, nu bleef men daar de normale surveillance uitoefenen. De recherche werd echter ingezet en deze wist meestal reeds, voor het schieten een aanvang nam, de meeste bussen welke daartoe al gereed stonden, in beslag te nemen. Bovendien wist men dan al wie de raddraaiers waren.”
De jaarwisseling 1956-1957 was volgens Pel rustig verlopen. In Brunnepe zou zelfs praktisch niet meer zijn geschoten.
Pels verwachting dat de komst van nieuwe bewoners in Brunnepe een positieve werking zou hebben, kwam echter niet uit. Integendeel, de nieuwkomers leken snel de oude ’traditie’ van het de confrontatie zoeken met de politie te omarmen.
De jaarwisseling van 1960 naar 1961 verliep dan ook bijzonder onrustig. Het Kamper Nieuwsblad kopte op 3 januari 1961: ‘Politie genoodzaakt charges uit te voeren op honderden ‘feestvierders’. Politiemannen bekogeld met straatstenen en putdeksels’. Met name in Brunnepe en op het Van Heutzplein kwam het tot een treffen. Tijdens een van de charges was er, zo berichtte de verslaggever, met een dolkmes gegooid.
bron brugnieuws.nl
orgineel bericht https://brugnieuws.nl/algemeen/de-balans-van-oud-en-nieuw-in-kampen-de-ontdekking-van-het-carbid
27 juni 2014 14:06Laatste update: 27 juni 2014 14:26
Carbidschieten komt op de nationale erfgoedlijst te staan.
De traditie waarbij een melkbus wordt gevuld met carbid, die dan met veel kabaal moet ontploffen en die vooral met oud en nieuw in het noorden en oosten van het land in zwang is, komt als vijftigste op die lijst.
Dat heeft Ineke Strouken, directeur van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) vrijdag gezegd.
De zogenoemde Nationale Inventaris van Immaterieel Erfgoed in Nederland moet gemaakt worden omdat Nederland een conventie van de VN-organisatie Unesco heeft ondertekend. In die conventie beloven landen hun erfgoed te inventariseren, te documenteren en te laten gedijen.
Op de nationale erfgoedlijst staan typisch Nederlandse tradities die nog steeds in leven zijn, zoals midwinterhoornblazen, de Passiespelen, het Bloemencorso en schoonrijden.
Vorig jaar ontstond veel ophef over het voornemen om het sinterklaasfeest op de lijst te plaatsen. Het uiterlijk van van Zwarte Piet stuitte sommigen tegen de borst. Diens uitdossing zou racistisch en discriminerend zijn.
bron. nu.nl
bij deze heten wij u welkom op onze website van de schutters gilde uit kampen.hier zult u alle informatie vinden over het melkbus schieten / carbid schieten